Bel 033 4602302 of mail naar info@spigt.nl

Opzegging

Eén van de mogelijkheden tot beëindiging van een huurovereenkomst is opzegging. Opzegging is de eenzijdige rechtshandeling die gericht is op de beëindiging van een duurovereenkomst.

Opzegging niet altijd mogelijk

Opzegging is niet altijd mogelijk. Zo geldt bij een overeenkomst voor bepaalde tijd dat de verhuurder die overeenkomst niet tussentijds kan opzeggen. De huurder kan dit wel (vgl. art. 7:271 lid 1 BW, vierde volzin).

Wijze van opzegging (art. 7:271 lid 3 BW)

De huurovereenkomst van woonruimte moet worden opgezegd bij exploot of bij aangetekende brief. Is ingevolge art. 7:266 BW de echtgenoot of geregistreerde partner van de huurder medehuurder, dan moet de opzegging aan beide echtgenoten of geregistreerde partners afzonderlijk worden gedaan (art. 7:271 lid 3 BW).

Opzegging door verhuurder (art. 7:271 lid 4 BW)

De opzegging door de verhuurder moet, op straffe van nietigheid, de gronden voor die opzegging vermelden. Een opzegging door de verhuurder op andere dan de in art. 7:274 lid 1 BW genoemde zes gronden, is nietig (art. 7:271 lid 4 BW).

Vermelding termijn van zes weken (art. 7:271 lid 4 BW)

De verhuurder moet de huurder bij de opzegging vragen om binnen zes weken de verhuurder te laten weten of hij al dan niet toestemt in beëindiging van de overeenkomst (art. 7:271 lid 4 BW).

Vordering beëindiging huur (art. 7:272 en 7:272 BW)

De opzegging van de huurovereenkomst door de verhuurder, doet de huurovereenkomst nog niet eindigen. De verhuurder zal daartoe nog een vordering tot bëindiging bij de rechter.moeten instellen.